Vrij onderzoek: ik weet dat ik niet weet
Ooit al gehoord van Henri Poincaré? Deze Franse wiskundige gaf ooit een beschrijving van vrij onderzoek, een principe datvoor vrijzinnigen nog steeds een belangrijk uitgangspunt vormt:
“Het denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een hartstocht, noch aan een belang, noch aan een vooroordeel, noch aan om het even wat, maar uitsluitend aan de feiten zelf, want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken.”
Deze vorm van denken, zoals Henri Poincarébeschrijft, leverde jou en mij reeds heel wat betrouwbare kennis op en zorgde ervoor dat onze samenleving reeds heel wat stappen vooruit in de tijd kon zetten.Geen enkel antwoord is definitief en je kan gelijk wat in vraag stellen. Vrij onderzoek maakt komaf met “heilige huisjes” en alle mogelijke vooroordelen. Kortom, DE waarheid bestaat niet. Een objectieve benadering van problemen wel.
Vrij onderzoek kent geen dogma’s
Een dogma is een geopenbaarde waarheid, die deel uitmaakt van een geloofsleer. De vastomlijnde inhoud mag je niet in vraag stellen, omdat zij een boodschap is vaneen opperwezenof eengod. Dogma’s zijn onverenigbaar met het principe van vrij onderzoek. En daarom zijn ze onaanvaardbaar voor vrijzinnigen.
Gezagsargumenten horen niet thuis in vrij onderzoek
Vrijzinnigen verwerpen gezagsargumenten bij de opbouw van hun visie op mens en wereld. Dit betekent dat zij uitspraken niet zomaaraanvaarden, ook al komen ze van een autoriteit. Gezagsargumenten wordenin vraag gesteld enelke bron van waarheid wordt kritisch benaderd.
Kritiek als werkwoord
Iemand die aan vrij onderzoek doet, probeert met zijn kritisch verstand de werkelijkheid te begrijpen en te bestuderen. Dit komt eigenlijk neer op het hebben van een wetenschappelijke levenshouding: niet zomaar alles aanvaarden, maar vooral zelf denken.
Kritiek veronderstelt vaardigheden én houdingen die je kan aanleren. Het is dus niet louter een methode of een vaardigheid om kritiek te kunnen uitoefenen. Het is ook een houding om in de wereld te staan.
We spreken over “kritiek in vrijmoedigheid”. Vrijmoedigheid veronderstelt dat we elkaars mening en reactie aanvaarden. Zonder die aanvaarding kan men niet spreken van dialoog. Er is dan eerder sprake van onderhandeling met een machtsverhouding.
De authentieke dialoog is vrij van macht. Zij is echter niet altijd realistisch. De vrij onderzoekende mens beperkt zijn onderzoek niet tot rationaliteit alleen. Hij erkent ook de emoties van het hart. “La raison a ses raisons que la raison ne connaît pas!”